Tai chi is stilte in beweging en beweging in stilte
De oorsprong van Tai chi als krijgskunst ligt in het Wudan gebergte van China. Veel oude meesters gebruikten het als een zeer gezonde bewegingskunst. Men onderscheidt externe stijlen (oa. Shaolin, Kung Fu) en interne stijlen (Tai chi, ook wel geschreven als Taiji Quan).
Tai chi ziet eruit als een lopende reeks van gebalanceerde en gegronde bewegingen. Het omvat veel verschillende stijlen en ideeën. De bewegingen worden langzaam/zeer langzaam tot snel uitgevoerd, waarbij men soms hoog, soms laag staat. Sommigen onder ons beoefenen het als een martiale kunst, de meesten doen het omdat het gezond is.
Lees meer...Tai chi behoort tot de ‘traditionele Chinese cultuur’, evenals de Chinese geneeskunde, architectuur en kalligrafie.
Tai chi past binnen de filosofie van het Taoïsme, een leer van elkaar aanvullende tegenstellingen. Het ene bestaat niet zonder het andere. Als er geen zachtheid is, is er geen hardheid. Is er geen licht, dan bestaat er geen donker. Spanning versus ontspanning. Lichaam tegenover geest. Yin tegenover Yang.
Het is de kunst om in dit spel van beweging en verandering de balans te houden. In Tai chi is dit fysiek voelbaar en leidt tot boeiende ervaringen.
Tai chi kent een zeer lange traditie, doorgegeven van leraar op leraar. Aanvankelijk was het een gesloten geheim systeem. Yang Lu-Chan is een van de eersten geweest die deze kennis in de openbaarheid heeft gebracht . Chen Man Ch'ing heeft deze verder doorgegeven aan het Westen. Klik hier voor de taiji-historie.